top of page
Anker 1
Verlangen
1. Ik weet niet, Heer’, hoe ik U moet ontvangen:
Ik draag geen feestkleed meer, dat is voorbij.
Ik voel alleen een mateloos verlangen,
Omdat ik weet: U kwam toch ook voor mij.
2. Ik breng geen bloemen mee, ik draag geen toortsen,
Alleen nog maar een klein en flakk’rend licht.
Al zijn mijn woorden aarzelend, U hoort ze,
En ook Uw ogen zijn op mij gericht.
3. De stal is leeg, de eng’lenzang verklonken,
De kribbe is reeds lang verleden tijd.
Maar louter liefde hebt G’ ons geschonken;
Een blij vooruitzicht op Uw heerlijkheid.
4. Ik weet niet, Heer’, hoe ik U moet ontvangen,
En ik heb U niet zoveel te bieden meer.
Ik wacht alleen met mateloos verlangen
Op Uw verschijning, bij Uw wederkeer.
bottom of page