top of page
Anker 1

Georg Weissel (1590-1635)

Georg Weissel is in 1590 geboren in Domnau (nu Domnovo in Rusland) en in 1635 gestorven als luthers predikant van de Altroßgärter Kirche in Koningsbergen (nu Kaliningrad in Rusland). Hij was een van de vooraanstaande Pruisische lieddichters van zijn tijd en behoorde tot de Koningsberger dichterskring rond Simon Dach, hoogleraar in de dichtkunst aan de Albertina-universiteit te Koningsbergen, van wie Johann Sebastian Bach twee kerkliederen gebruikt heeft.

Dit lied staat in een lutherse liedbundel uit 1886 onder ‘Advent’. Advent betekent letterlijk ‘toekomst’, dus hetzelfde woord dat in de SV gebruikt wordt voor de wederkomst van Christus; het betekent niet dat Zijn komst nog ver weg is, maar juist: Hij komt naar ons TOE/Hij komt eraan/Hij komt steeds dichterbij!.

Macht hoch die Tür, die Tor macht weit!

1. Macht hoch die Tür, die Tor macht weit!

Es kommt der Herr der Herrlichkeit,

Ein König aller Königreich,

Ein Heiland aller Welt zugleich,

Der Heil und Leben mit sich bringt;

Derhalben jauchzt, mit Freuden singt:

Gelobet sei mein Gott,

Mein Schöpfer, reich von Rat!

 

2. Er ist gerecht, ein Helfer wert,

Sanftmütigkeit ist sein Gefährt,

Sein Königskron ist Heiligkeit,

Sein Zepter ist Barmherzigkeit;

All unsre Not zum End er bringt,

Derhalben jauchzt, mit Freuden singt:

Gelobet sei mein Gott,

Mein Heiland, groß von Tat!

 

3. O wohl dem Land, o wohl der Stadt,

So diesen König bei sich hat!

Wohl allen Herzen insgemein,

Da dieser König ziehet ein!

Er ist die rechte Freudensonn,

Bringt mit sich lauter Freud und Wonn.

Gelobet sei mein Gott,

Mein Tröster früh und spat!

 

4. Macht hoch die Tür, die Tor macht weit,

Eu'r Herz zum Tempel zubereit’.

Die Zweiglein der Gottseligkeit

Steckt auf mit Andacht, Lust und Freud;

So kommt der König auch zu euch,

Ja, Heil und Leben mit zugleich.

Gelobet sei mein Gott,

Voll Rat, voll Tat, voll Gnad!

 

5. Komm, o mein Heiland Jesu Christ,

Meins Herzens Tür dir offen ist;

Ach, zieh mit deiner Gnade ein,

Dein Freundlichkeit auch uns erschein.

Dein Heilger Geist uns führ und leit

Den Weg zur ewgen Seligkeit.

Dem Namen dein, o Herr,

Sei ewig Preis und Ehr!

1. Verhoog de deur, verwijd de poort!

De Heere der heerlijkheid komt,

Een Koning van alle koninkrijken,

Een Heiland van de hele wereld tegelijk,

Die heil en leven met Zich brengt;

Juich daarom, zing met vreugde:

Geloofd zij mijn God,

Mijn Schepper, rijk van raad! [vgl. Jes. 28:29]

 

2. Hij is rechtvaardig, een waardevolle Helper,

Zachtmoedigheid is Zijn wagen,

Zijn koninklijke kroon is heiligheid,

Zijn scepter is barmhartigheid;

Al onze nood brengt Hij ten einde;

Juich daarom, zing met vreugde:

Geloofd zij mijn God,

Mijn Heiland, groot van daad! [vgl. Jes. 28:29]

 

3. O gezegend het land, o gezegend de stad,

Waar deze Koning aanwezig is!

Gezegend alle harten in het algemeen,

Waar deze Koning intrek neemt!

Hij is de ware Vreugdezon,

Hij brengt louter vreugde en gelukzaligheid mee.

Geloofd zij mijn God,

Mijn Trooster vroeg en laat!

 

4. Maak de deur hoog, maak de poort wijd;

Bereid uw hart als tempel toe.

Steek de twijgjes van godzaligheid omhoog

Met toewijding, vermaak en vreugde;

Zo komt de Koning ook tot u,

Ja, met daarbij heil en leven.

Geloofd zij mijn God,

Vol van raad, vol van daad, vol van genade!

 

5. Kom, o mijn Heiland, Jezus Christus,

De deur van mijn hart staat voor U open;

Ach, neem met Uw genade intrek,

Laat Uw goedheid ook aan ons verschijnen.

Laat Uw Heilige Geest ons voeren en leiden

Op de weg naar de eeuwige zaligheid.

Uw naam, o Heere,

Zij eeuwig lof en ere!

bottom of page