top of page
Anker 1

“Jezus’ Naam!” Wie kan doorgronden

‘Christus Jezus ... heeft Zichzelven vernederd, gehoorzaam geworden zijnde tot de dood, ja, de dood des kruises. 

Daarom heeft Hem ook God uitermate verhoogd en heeft Hem een Naam gegeven, welke boven alle naam is,

opdat in [of: voor] de Naam van Jezus zich zou buigen alle knie dergenen die in de hemel, en die op de aarde, en die onder de aarde zijn,

en alle tong zou belijden dat Jezus Christus de Heere is, tot heerlijkheid Gods des Vaders’ (Filippenzen 2:5-11).

“Jezus’ Naam!” Wie kan doorgronden

Al Uw diepte en hoogte, wie?

Wie de liefde en ’t heil verkonden,

Waar ik ’t einde niet van zie?

Onnaspeurlijk blijft die Naam

In zijn glans en rijkdom saâm!

 

“Jezus’ Naam!” Waarvoor ik kniele,

Bron van heil en alle kracht,

Zalig rustoord mijner ziele,

Hemels licht in ’s werelds nacht!

Trouwe liefde en heilgenâ

Volgen mij, wáár ik ook ga.

 

“Jezus’ Naam!” In U geborgen,

Ga ik door de woestenij;

Macht’loos deinzen angst en zorgen;

Zelfs de satan wijkt opzij.

Als mijn oog op Jezus ziet,

Wankel en versaag ik niet!

 

“Jezus’ Naam!” Gij, rust der moeden,

Steun der zwakken, troost in smart,

Veilige ark in ’s werelds vloeden,

Heling voor ’t gewonde hart!

Manna, dat de ziel verblijdt,

Toevlucht in verzoekingstijd.

 

“Jezus’ Naam!” O zielsverblijden,

Hope voor het krank gemoed,

Morgenster, die alle lijden

Als een nevel wijken doet!

Wat mij hier ’t geloof deed raân, [raden]

Zal ik boven eens verstaan.

 

“Jezus’ Naam!” Gij, Levens-Zonne,

Gij, des Vaders heerlijkheid,

Gij zijt ook mijn vreugdebronne,

Nu en tot in eeuwigheid!

U zij enig, eeuwig de eer:

Gij vernieuwt de schepping, Heer’!

bottom of page