
Horatius Bonar (1808-1889)
Here, O my Lord, I see Thee face to face
1. Here, O my Lord, I see Thee face to face;
Here would I touch and handle things unseen;
Here grasp with firmer hand eternal grace,
And all my weariness upon Thee lean.
2. Here would I feed upon the bread of God,
Here drink with Thee the royal wine of heaven;
Here would I lay aside each earthly load,
Here taste afresh the calm of sin forgiven.
3. I have no help but Thine; nor do I need
Another arm save Thine to lean upon;
It is enough, my Lord, enough indeed;
My strength is in Thy might, Thy might alone.
4. I have no wisdom save in Him who is
My wisdom and my teacher both in One;
No wisdom can I lack while Thou art wise;
No teaching do I crave save Thine alone.
5. Mine is the sin, but Thine the righteousness:
Mine is the guilt, but Thine the cleansing blood;
Here is my robe, my refuge, and my peace;
Thy blood, Thy righteousness, O Lord my God!
1. Hier, o mijn Heere, zie ik U van aangezicht tot aangezicht;
Hier wil ik de onzichtbare dingen aanraken en aantasten;
Hier met een vastere hand de eeuwige genade aangrijpen,
En al mijn vermoeidheid op U doen rusten.
2. Hier wil ik mij voeden met het Brood van God,
Hier met U de koninklijke hemelwijn drinken;
Hier wil ik elke aardse last afleggen,
Hier opnieuw de kalmte van vergeven zonde smaken.
3. Ik heb geen hulp dan de Uwe; ook behoef ik geen
Andere arm dan de Uwe om op te leunen;
Die is genoeg, mijn Heere, werkelijk genoeg;
Mijn kracht is in Uw macht, Uw macht alleen.
4. Ik heb geen wijsheid dan in Hem Die is
Mijn Wijsheid en mijn Leraar in Eén;
Geen wijsheid kan ik missen zolang Gij wijs zijt;
Geen onderwijs begeer ik behalve het Uwe alleen.
5. Mijne is de zonde, maar Uwe de gerechtigheid;
Mijne is de schuld, maar Uwe het reinigende bloed;
Hier is mijn mantel, mijn toevlucht en mijn vrede;
Uw bloed, Uw gerechtigheid, o Heere mijn God!
I hear the words of love
1. I hear the words of love,
I gaze upon the blood,
I see the mighty sacrifice,
And I have peace with God.
2. ’Tis everlasting peace,
Sure as Jehovah’s Name;
’Tis stable as His steadfast throne,
For evermore the same.
3. The clouds may go and come,
And storms may sweep my sky–
This blood-sealed friendship changes not:
The cross is ever nigh.
4. My love is oft-times low,
My joy still ebbs and flows;
But peace with Him remains the same–
No change Jehovah knows.
5. That which can shake the cross
May shake the peace it gave–
Which tells me Christ has never died,
Or never left the grave!
6. Till then my peace is sure:
It will not, cannot yield;
Jesus, I know, has died and lives–
On this firm rock I build.
7. I change, He changes not;
The Christ can never die;
His love, not mine, the resting-place,
His truth, not mine, the tie.
8. The cross still stands unchanged,
Though heaven is now His home;
The mighty stone is rolled away,
But yonder is His tomb.
9. And yonder is my peace –
The grave of all my woes;
I know the Son of God has come –
I know He died and rose.
10. I know He liveth now
At God’s right hand above;
I know the throne on which He sits,
I know His truth and love.
1. Ik hoor de woorden van liefde,
Ik vestig mijn ogen op het bloed,
Ik zie het machtige Slachtoffer,
En ik heb vrede met God.
2. Het is een eeuwige vrede,
Even zeker als Jehovah’s Naam;
Ze is even vast als Zijn onwrikbare troon,
Tot in eeuwigheid dezelfde.
3. Laten de wolken komen en gaan,
En laten stormen over mij heen razen –
Deze met bloed bezegelde vriendschap verandert niet:
Het kruis is altijd nabij.
4. Mijn liefde is vaak gering,
Mijn blijdschap kent steeds eb en vloed;
Maar de vrede met Hem blijft dezelfde–
Jehovah kent geen verandering.
5. Dat wat het kruis kan doen wankelen,
Kan ook de daardoor gegeven vrede doen wankelen–
Wat mij zegt dat Christus nooit gestorven is,
Of het graf nooit verlaten heeft!
6. Tot zolang is mijn vrede vast:
Ze zal niet en kan niet wijken;
Jezus, dat weet ik, is gestorven en leeft–
Op deze vaste rots bouw ik.
7. Ik verander, Hij verandert niet;
De Christus kan nooit sterven;
Zijn liefde, niet de mijne, is de rustplaats,
Zijn waarheid (trouw), niet de mijne, is de band.
8. Het kruis staat nog steeds onveranderd overeind,
Hoewel de hemel nu Zijn thuis is;
De machtige steen is afgewenteld,
Maar daarginds is Zijn graf.
9. En daarginds is mijn vrede –
Het graf van al mijn ellenden;
Ik weet dat de Zoon van God gekomen is –
Ik weet dat Hij gestorven en opgestaan is.
10. Ik weet dat Hij nu leeft
Aan Gods rechterhand hierboven;
Ik ken de troon waarop Hij zit,
Ik ken Zijn waarheid (trouw) en liefde.
I heard the voice of Jesus say
1. I heard the voice of Jesus say,
“Come unto Me and rest;
Lay down, thou weary one, lay down
Thy head upon My breast!”
I came to Jesus as I was,
Weary, and worn, and sad;
I found in Him a resting-place,
And He hath made me glad.
2. I heard the voice of Jesus say,
“Behold, I freely give
The living water; thirsty one,
Stoop down, and drink, and live!”
I came to Jesus, and I drank
Of that life-giving stream;
My thirst was quench’d, my soul revived,
And now I live in Him.
3. I heard the voice of Jesus say,
“I am this dark world’s light;
Look unto me, thy morn shall rise
And all thy day be bright.”
I looked to Jesus, and I found
In Him my Star, my Sun;
And in that light of life I’ll walk,
Till all my journey's done.
Ik heb gehoord dat Jezus zei
1. Ik heb gehoord dat Jezus zei:
‘Kom tot Mij in geloof,
leg aan Mijn hart uw moede hoofd
en vind zo rust bij Mij.’
Ik kwam tot Hem zoals ik was,
vermoeid in zorg en smart,
vond rust en vrede: Hij genas,
gaf vreugde in mijn hart.
2. Ik heb gehoord dat Jezus zei:
‘Drink levend water nu.
Ik les uw dorst, Ik geef het u
zo kosteloos en vrij.’
Ik kwam tot Jezus en ik dronk
in antwoord op Zijn stem.
Door levend water dat Hij schonk
leef ik voortaan uit Hem.
3. Ik heb gehoord dat Jezus zei:
‘Ik ben het ware licht.
Kom, houd het oog op Mij gericht,
dan is uw nacht voorbij.’
Ik zag op Jezus en ik vond
de zon van mijn bestaan.
Totdat het eind der reis eens komt,
mag ik zo verder gaan.
Henk van ’t Veld (* 1932)
Light of the world! forever, ever shining
1. Light of the world! forever, ever shining,
There is no change in Thee;
True light of life, all joy and health enshrining,
Thou canst not fade nor flee.
2. Thou hast arisen, but Thou descendeth never;
Today shines as the past;
All that Thou wast, Thou art and shalt be ever,
Brightness from first to last.
3. Night visits not Thy sky, nor storm, nor sadness;
Day fills up all its blue—
Unfailing beauty, and unfaltering gladness,
And love, forever new.
4. Light of the world! undimming and unsetting,
O shine each mist away;
Banish the fear, the falsehood, and the fretting;
Be our unchanging day.
1. Licht van de wereld! Gij schijnt voor altijd en eeuwig,
Er is geen verandering in U;
Waar Licht van het leven, Gij omsluit alle vreugde en gezondheid,
Gij kunt niet verflauwen of verdwijnen.
2. Gij zijt opgegaan, maar Gij gaat nooit onder;
Het heden glanst als het verleden;
Alles wat Gij waart, zijt Gij en zult Gij altijd zijn,
Helderheid van begin tot eind.
3. De nacht bezoekt Uw hemel niet, noch storm, noch droefheid;
De dag vult heel de blauwe hemel –
Onverwelkende schoonheid, onwankelbare blijdschap,
En liefde, voor altijd nieuw.
4. Licht van de wereld! Gij vervaagt en verbleekt niet,
O, verdrijf elke nevel door Uw stralen;
Verban vrees, valsheid en ontevredenheid,
Wees onze onveranderlijke dag.
1. Nu geen bloed, geen altaar meer,
De offerande is voorbij;
Nu stijgt geen vlam, geen rook meer op,
Het lam wordt niet meer geslacht.
Maar rijker bloed heeft gestroomd uit edeler aderen,
Om de ziel van schuld te zuiveren en de roodste vlekken te reinigen.
2. Wij danken U voor het bloed,
Het bloed van Christus, Uw Zoon;
Het bloed waardoor onze vrede is gemaakt,
Onze overwinning is behaald;
Grote overwinning over hel en zonde en wee,
Die geen tweede strijd nodig heeft en geen tweede vijand overlaat.
3. Wij danken U voor de genade,
Neerdalend van boven,
Die onze uitgestrektste schuld overstroomt –
De liefde van de eeuwige Vader,
De liefde van de eeuwige Zoon van de Vader,
De liefde van de Heilige Geest – Jehovah, Drie in Eén.
No blood, no altar now
1. No blood, no altar now,
The sacrifice is o’er;
No flame, no smoke ascends on high,
The lamb is slain no more.
But richer blood has flow’d from nobler veins,
To purge the soul from guilt and cleanse the reddest stains.
2. We thank Thee for the blood,
The blood of Christ, Thy Son;
The blood by which our peace is made,
Our victory is won;
Great victory o’er hell and sin and woe,
That needs no second fight and leaves no second foe.
3. We thank Thee for the grace,
Descending from above,
That overflows our widest guilt –
Th’ eternal Father’s love,
Love of the Father’s everlasting Son,
Love of the Holy Ghost – Jehovah, Three in One.
In mijn gemeente ging afgelopen zondag de voorbereidingspreek op het Heilig Avondmaal over Abrahams geloofsbeproeving in het offeren van Izak, waarin zoveel onderwijs ligt. En ook zo treffend wanneer wij mogen denken aan Gods liefde in het overgeven van Zijn Zoon voor ons, Zijn vijanden, terwijl Abraham uit liefde zijn zoon overhad voor zijn Vriend, zoals Matthew Henry opmerkt. Christus is het Lam Dat God Zichzelf voorzien heeft. Henry vermeldt ook hoe het Hebreeuwse origineel nadrukkelijker is en zo vertaald kan worden: ‘Neem nu die zoon van u, die enige van u, die gij liefhebt, die Izak, en offer hem aldaar tot een brandoffer op een van de bergen, die Ik u zeggen zal.’
Bedenk toch hoe God de wereld alzo heeft liefgehad dat Hij Zijn eigen Zoon voor ons heeft overgegeven, hoe Hij heeft genomen die Zoon van Hem, die Enige van Hem, Die Hij liefheeft, die Christus, en Hem geofferd heeft op Golgotha tot een brandoffer om onze zonden (Joh. 3:16; Rom. 4:25; 8:32; Jes. 53:10).
En hoe Christus ons liefgehad heeft en Zichzelf voor ons heeft overgegeven tot een offerande en een slachtoffer Gode, tot een welriekende reuk (Gal. 2:20; Ef. 5:2).
En hoe de Heilige Geest Christus verheerlijkt, want Hij neemt het uit het Zijne en verkondigt het ons (Joh. 16:14).
Vanochtend toen ik wat wilde zingen, viel het hymneboek open bij bovenstaand lied, en... dat paste er zeker wel goed bij.
Not what these hands have done
1. Not what these hands have done
Can save this guilty soul;
Not what this toiling flesh has borne
Can make my spirit whole.
2. Not what I feel or do
Can give me peace with God;
Not all my prayers, and sighs, and tears,
Can bear my awful load.
3. Thy work alone, O Christ,
Can ease this weight of sin;
Thy blood alone, O Lamb of God,
Can give me peace within.
4. Thy love to me, O God,
Not mine, O Lord, to Thee,
Can rid me of this dark unrest,
And set my spirit free.
5. Thy grace alone, O God,
to me can pardon speak;
Thy power alone, O Son of God,
can this sore bondage break.
6. I bless the Christ of God,
I rest on love divine,
And with unfaltering lip and heart,
I call this Saviour mine.
1. Niet wat deze handen gedaan hebben,
Kan deze schuldige ziel behouden;
Niet wat dit zwoegende lichaam uitgestaan heeft,
Kan mijn geest gezond maken.
2. Niet wat ik voel of doe,
Kan mij vrede met God geven;
Niet al mijn gebeden, en zuchten, en tranen,
Kunnen mijn ontzettende last dragen.
3. Uw werk alleen, o Christus,
Kan dit gewicht van zonde wegnemen;
Uw bloed alleen, o Lam van God,
Kan mij vanbinnen vrede geven.
4. Uw liefde tot mij, o God,
Niet de mijne, o Heere, tot U,
Kan mij van deze duistere onrust verlossen
En mijn geest in vrijheid zetten.
5. Uw genade alleen, o God,
Kan tot mij van vergeving spreken;
Uw kracht alleen, o Zoon van God,
Kan deze zware dienstbaarheid breken.
6. Ik loof de Christus Gods,
Ik rust op Goddelijke liefde,
En zonder weifeling, met mond en hart,
Noem ik deze Zaligmaker de mijne.
Thy way, not mine, O Lord
1. Thy way, not mine, O Lord,
However dark it be!
Lead me by Thine own hand,
Choose out the path for me.
2. Smooth let it be, or rough,
It will be still the best;
Winding or straight, it leads
Right onward to Thy rest.
3. I dare not choose my lot;
I would not if I might:
Choose Thou for me, my God,
So shall I walk aright.
4. The Kingdom that I seek
Is Thine, so let the way
That leads to it be Thine,
Else I must surely stray.
5. Take Thou my cup, and it
With joy or sorrow fill,
As best to Thee may seem;
Choose Thou my good and ill.
6. Choose Thou for me my friends,
My sickness or my health.
Choose Thou my cares for me,
My poverty or wealth.
7. Not mine, not mine the choice,
In things or great or small;
Be Thou my Guide, my Strength,
My Wisdom and my All.
1. Uw weg, niet mijn weg, o Heere,
Hoe donker die ook is!
Leid mij met Uw eigen hand;
Kies Gij het pad voor mij.
2. Laat dat effen zijn of ruw,
Het zal altijd het beste zijn;
Kronkelend of recht, het leidt
Recht vooruit naar Uw rust.
3. Ik durf mijn lot niet te kiezen;
Ik wilde niet als ik het mocht;
Kies Gij voor mij, mijn God,
Dan zal ik recht wandelen.
4. Het Koninkrijk dat ik zoek
Is van U, dus laat ook de weg
Die daarheen leidt, van U zijn;
Anders moet ik zeker verdwalen.
5. Neem Gij mijn beker en vul hem
Met blijdschap of droefheid,
Zoals U het beste lijkt;
Kies Gij mijn goed en kwaad.
6. Kies Gij voor mij mijn vrienden,
Mijn ziekte of mijn gezondheid;
Kies Gij mijn zorgen voor mij,
Mijn armoede of rijkdom.
7. Niet mijne, niet mijne zij de keus,
In dingen groot of klein;
Wees Gij mijn Gids, mijn Kracht,
Mijn Wijsheid en mijn Alles.
